NL Dutch dictionary: lastig vallen
lastig vallen has 91 translations in 7 languages
translations of lastig vallen
NL ES Spanish 12 translations
- abordar (v) [algemeen]
- incomodar (v) [algemeen]
- provocar (v) [gedrag, mensen, persoon]
- fastidiar (v) [bezoek, ergeren, gedrag, mensen, persoon]
- enojar (v) [ergeren, persoon, mensen, gedrag, bezoek]
- molestar (v) [bezoek, ergeren, gedrag, mensen, persoon]
- enfadar (v) [ergeren, persoon, mensen, bezoek, gedrag]
- importunar (v) [bezoek, ergeren, gedrag, mensen, persoon]
- atormentar (v) [persoon, mensen, gedrag]
- acosar (v) [gedrag, mensen, persoon]
- hostigar (v) [gedrag, mensen, persoon]
- estorbar (v) [bezoek, gedrag, mensen]
NL FR French 13 translations
- provoquer [mensen, persoon, gedrag]
- aborder [algemeen]
- ennuyer [bezoek, ergeren, gedrag, mensen, persoon]
- accoster [algemeen]
- vexer [gedrag]
- embêter [bezoek, ergeren, gedrag, mensen, persoon]
- importuner [persoon, mensen, ergeren, bezoek, gedrag]
- déranger [gedrag, mensen, persoon]
- harceler [gedrag, mensen, persoon]
- tracasser [mensen, persoon, gedrag, bezoek]
- tourmenter [gedrag, mensen, persoon]
- s'imposer [bezoek, gedrag, mensen]
- être importun [bezoek, gedrag, mensen]
NL DE German 11 translations
- belästigen (v) [gedrag, mensen, persoon]
- reizen (v) [gedrag]
- stören (v) [bezoek, gedrag]
- anquasseln (v) [algemeen]
- anquatschen (v) [algemeen]
- ärgern (v) [gedrag] (sich)
- behelligen (v) [ergeren, gedrag]
- plagen (v) [gedrag]
- lästig fallen (v) [bezoek, mensen]
- hereinplatzen (v) [bezoek]
- ungelegen kommen (v) [bezoek]
NL IT Italian 19 translations
- abbordare (v) [algemeen]
- avvicinare (v) [algemeen]
- provocare (v) [gedrag, mensen, persoon]
- seccare (v) [persoon, mensen, gedrag, ergeren, bezoek]
- infastidire (v) [bezoek, ergeren, gedrag, mensen, persoon]
- irritare (v) [ergeren, persoon, mensen, gedrag, bezoek]
- tormentare (v) [bezoek, ergeren, gedrag, mensen, persoon]
- esasperare (v) [gedrag, mensen, persoon]
- disturbare (v) [bezoek, gedrag, mensen]
- importunare (v) [ergeren, persoon, gedrag, mensen]
- molestare (v) [bezoek, gedrag, mensen, persoon]
- incomodare (v) [persoon, mensen, gedrag]
- recare disturbo (v) [gedrag, mensen, persoon]
- scomodare (v) [gedrag, mensen, persoon]
- dare noia a (v) [gedrag, persoon, mensen]
- assillare (v) [gedrag, mensen, persoon]
- affliggere (v) [gedrag, mensen, persoon]
- intromettersi (v) [bezoek, gedrag, mensen]
- essere inopportuno (v) [bezoek, gedrag, mensen]
NL PT Portuguese 14 translations
- aborrecer (v) [ergeren, gedrag, mensen, persoon, bezoek]
- abordar (v) [algemeen]
- provocar (v) [gedrag, mensen, persoon]
- chatear (v) [gedrag, persoon, mensen, ergeren, bezoek]
- irritar (v) [gedrag]
- enfadar (v) [bezoek, ergeren, gedrag, mensen, persoon]
- amolar (v) [persoon, mensen, ergeren, bezoek, gedrag]
- perturbar (v) [gedrag, mensen, persoon]
- importunar (v) [ergeren, gedrag, mensen, persoon]
- molestar (v) [persoon, mensen, gedrag, bezoek]
- incomodar (v) [bezoek, gedrag, mensen, persoon]
- atormentar (v) [gedrag, mensen, persoon]
- intrometer-se (v) [bezoek, gedrag, mensen]
- ser inoportuno (v) [bezoek, gedrag, mensen]
NL SV Swedish 12 translations
- antasta (v) [algemeen]
- reta (v) [gedrag, mensen, persoon]
- förarga (v) [gedrag]
- plåga (v) [bezoek, ergeren, gedrag, mensen, persoon]
- besvära (v) [ergeren, persoon, mensen, gedrag, bezoek]
- tråka (v) [bezoek, ergeren, gedrag, mensen, persoon]
- irritera (v) [ergeren, persoon, mensen, bezoek, gedrag]
- störa (v) [bezoek, ergeren, gedrag, mensen, persoon]
- tjata på (v) [ergeren, gedrag]
- ofreda (v) [bezoek, persoon, mensen, gedrag]
- trakassera (v) [gedrag, mensen, persoon]
- komma olägligt (v) [bezoek, gedrag, mensen]