NL Dutch dictionary: flink
flink has 141 translations in 7 languages
translations of flink
- robust [lichaam]
- considerable [hoeveelheid]
- substantial [hoeveelheid, maaltijd]
- handsome [hoeveelheid]
- stout [lichaam]
- hearty [maaltijd]
- solid
- hale and hearty [persoon]
- strong [persoon]
- generous [hoeveelheid]
- sturdy [lichaam]
- solidly built [lichaam]
- square [maaltijd]
- energetic
- brave
- gallant
NL ES Spanish 19 translations
- robusto (a) [maaltijd, persoon, lichaam]
- animado (a) [persoon]
- considerable (a) [hoeveelheid]
- amplio (a) [hoeveelheid, maaltijd]
- fuerte (a) [lichaam] {m}
- alegre (a) [persoon]
- vivaz (a) [persoon]
- abundante (a) [hoeveelheid, maaltijd, persoon]
- más que suficiente (a) [maaltijd, hoeveelheid]
- corpulento (a) [lichaam] {m}
- macizo (a) [lichaam] {m}
- sustancial (a) [hoeveelheid]
- sano como una manzana (a) [maaltijd, persoon]
- generoso (a) [hoeveelheid, maaltijd]
- fornido (a) [lichaam]
- musculoso (a) [lichaam]
- membrudo (a) [lichaam]
- forzudo (a) [lichaam]
- de sobra (a) [hoeveelheid, maaltijd]
NL FR French 25 translations
- robuste [maaltijd, lichaam, persoon]
- libéral [hoeveelheid] {m}
- généreux [hoeveelheid]
- vif [persoon]
- grand [hoeveelheid]
- fort [lichaam] {m}
- gros [lichaam] {m}
- abondant [maaltijd, persoon, hoeveelheid]
- riche [hoeveelheid]
- copieux [hoeveelheid, maaltijd, persoon]
- amplement suffisant [hoeveelheid, maaltijd]
- corpulent [lichaam]
- substantiel [maaltijd, persoon, hoeveelheid]
- charnu [lichaam]
- en pleine santé [maaltijd, persoon]
- plein d'entrain [persoon]
- courtaud [lichaam]
- ample [maaltijd, hoeveelheid]
- costaud [lichaam]
- plus qu'assez [hoeveelheid, maaltijd]
- musclé [lichaam]
- solidement bâti [lichaam]
- de forte carrure [lichaam]
- d'humeur gaie [persoon]
- gaillard [persoon]
NL DE German 13 translations
- robust (a) [lichaam]
- gut gebaut (a) [lichaam]
- kräftig (a) [maaltijd, persoon]
- stämmig (a) [lichaam]
- stark (a) [lichaam]
- großzügig (a) [hoeveelheid]
- munter (a) [persoon]
- beträchtlich (a) [hoeveelheid]
- herzhaft (a) [maaltijd]
- reichlich (a) [hoeveelheid, maaltijd]
- tüchtig (a)
- frisch und gesund (a) [persoon]
- forsch (a)
NL IT Italian 23 translations
- robusto (a) [maaltijd, lichaam, persoon]
- liberale (a) [hoeveelheid] {m}
- soddisfacente (a) [hoeveelheid, maaltijd, persoon]
- allegro (a) [persoon]
- generoso (a) [hoeveelheid, maaltijd]
- vivace (a) [persoon]
- forte (a) [lichaam] {m}
- brioso (a) [persoon]
- abbondante (a) [hoeveelheid, maaltijd, persoon]
- sostanziale (a) [hoeveelheid]
- corpulento (a) [lichaam]
- massiccio (a) [lichaam] {m}
- tarchiato (a) [lichaam]
- gaio (a) [persoon]
- vivo e vegeto (a) [maaltijd, persoon]
- sano (a) [maaltijd, persoon]
- arzillo (a) [maaltijd, persoon]
- tozzo (a) [lichaam]
- ampio (a) [hoeveelheid, maaltijd]
- sostanzioso (a) [hoeveelheid, maaltijd, persoon]
- più che sufficiente (a) [hoeveelheid, maaltijd]
- muscoloso (a) [lichaam]
- nerboruto (a) [lichaam]
NL PT Portuguese 23 translations
- forte (a) [maaltijd, lichaam, persoon] {m}
- robusto (a) [lichaam, maaltijd, persoon]
- demais (a) [hoeveelheid, maaltijd]
- generoso (a) [hoeveelheid, maaltijd]
- vivo (a) [persoon]
- animado (a) [persoon]
- considerável (a) [hoeveelheid]
- substancial (a) [hoeveelheid]
- substancioso (a) [hoeveelheid, maaltijd, persoon]
- alegre (a) [persoon]
- contente (a) [persoon]
- amplo (a) [hoeveelheid, maaltijd]
- abundante (a) [hoeveelheid, maaltijd, persoon]
- farto (a) [hoeveelheid, maaltijd]
- sólido (a) [lichaam]
- sadio (a) [maaltijd, persoon]
- bondoso (a) [hoeveelheid, maaltijd]
- mais que suficiente (a) [hoeveelheid, maaltijd]
- musculoso (a) [lichaam]
- vivaz (a) [persoon]
- de sobra (a) [hoeveelheid, maaltijd]
- troncudo (a) [lichaam]
- parrudo (a) [lichaam]
NL SV Swedish 22 translations
- livlig (a) [persoon]
- ansenlig (a) [hoeveelheid]
- väsentlig (a) [hoeveelheid]
- stark (a) [lichaam]
- uppsluppen (a) [persoon]
- riklig (a) [hoeveelheid, maaltijd, persoon]
- mer än nog (a) [hoeveelheid, maaltijd]
- stor (a) [hoeveelheid, maaltijd]
- kraftig (a) [persoon, maaltijd, hoeveelheid, lichaam]
- munter (a) [persoon]
- stadig (a) [lichaam]
- frisk och kry (a) [maaltijd, persoon]
- käck (a) [persoon]
- frikostig (a) [hoeveelheid]
- robust (a) [lichaam]
- kraftigt byggd (a) [lichaam]
- bastant (a) [lichaam]
- muskulös (a) [lichaam]
- pigg (a) [persoon]
- mer än tillräcklig (a) [hoeveelheid, maaltijd]
- undersätsig (a) [lichaam]
- satt (a) [lichaam]