Search term een goed begin is het halve werk has one result
Jump to
NL Dutch EN English
een goed begin is het halve werk (proverb) [proverb] (proverb) well begun is half done (proverb) [proverb] (proverb)

NL EN Translations for een

een [onbepaald bijvoeglijk naamwoord] {m} some [onbepaald bijvoeglijk naamwoord]
een {m} one
een [algemeen] {m} one [algemeen]
een [hoofdtelwoord] {m} one [hoofdtelwoord]
een [hoofdtelwoord] {m} one [hoofdtelwoord]
een [hoofdtelwoord] {m} one [hoofdtelwoord]
een [onbepaald bijvoeglijk naamwoord] {m} a [onbepaald bijvoeglijk naamwoord]
een [onbepaald lidwoord] {m} a [onbepaald lidwoord]
een {m} an
een [onbepaald lidwoord] {m} an [onbepaald lidwoord]

NL EN Translations for goed

goed {n} property
goed [eigendom] {n} asset [eigendom]
goed [fysische conditie] {n} fine [fysische conditie]
goed [weer] {n} fine [weer]
goed (adj) [behaving properly] {n} decorous (adj) [behaving properly] (formal)
goed [kind] {n} well-behaved [kind]
goed (adv) [in a correct manner] {n} correctly (adv) [in a correct manner]
goed [gedrag] {n} kind [gedrag]
goed [wijs] {n} wise [wijs] (arch.)
goed [moreel gedrag] {n} upright [moreel gedrag]

NL EN Translations for begin

begin [vergadering] {n} kickoff [vergadering]
begin [aanvang] {n} beginning [aanvang]
begin (n adj) [act of doing that which begins anything] {n} beginning (n adj) [act of doing that which begins anything]
begin [algemeen] {n} beginning [algemeen]
begin [aanvang] {n} origin [aanvang]
begin [aanvang] {n} source [aanvang]
begin [aanvang] {n} origination [aanvang]
begin [aanvang] {n} start [aanvang]
begin [aktie] {n} start [aktie]
begin [algemeen] {n} start [algemeen]

NL EN Translations for is

NL EN Translations for het

het the
het [bepaald lidwoord] the [bepaald lidwoord]
het (v int) [to endeavor to gain someone's affection] woo (v int) [to endeavor to gain someone's affection] (arch.)
het [persoonlijk vnw. - lijdend vw.] it [persoonlijk vnw. - lijdend vw.]
het [persoonlijk vnw. - onderwerp] it [persoonlijk vnw. - onderwerp]
het it

NL EN Translations for werk

werk [beroep] {n} job [beroep]
werk [bedrijf] {n} employment [bedrijf]
werk {n} work
werk [algemeen] {n} work [algemeen]
werk [bedrijf] {n} work [bedrijf]
werk [beroep] {n} work [beroep]
werk [produkt] {n} work [produkt]
werk [klok] {n} clockwork [klok]
werk [klok] {n} works [klok]
werk [klok] {n} mechanism [klok]