Search term one has 11 results
EN English NL Dutch
one (a) [indefinite determiner] een zekere (a) [indefinite determiner]
one (a) [indefinite determiner] één of andere (a) [indefinite determiner]
one (n) [cardinal number] een (n) {m} [cardinal number]
one (a) [cardinal number] een (a) {m} [cardinal number]
one (o) [cardinal number] een (o) {m} [cardinal number]
EN English NL Dutch
one (a) [general] een (a) {m} [general]
one één {n}
one (a) [cardinal number] één (a) {n} [cardinal number]
one (o) [indefinite pers. pron.] men (o) [indefinite pers. pron.]
one een {m}
EN Synonyms for one NL Translations
some [quantity] enigszins
not much [quantity] niet veel
any one [quantity] wat ook
each [quantity] ieder
all [quantity] stuk {n}
any [quantity] enig
one another [manner] mekaar (informal)
unique [characteristic] uniek
special [characteristic] afzonderlijk
uncommon [characteristic] zeldzaam
especial [characteristic] (formal bijzonder
individual [characteristic] hoofdelijk
different [characteristic] ongelijk
peculiar [characteristic] raar
singular [characteristic] enkelvoud {n}
single [property] ongehuwd
lone [property] (formal solitair {m}
sole [property] schoenzool {m}
solitary [property] louter
separate [property] afgezonderde
NL Dutch EN English
One One Railway