Search term arrest has 8 results
EN English NL Dutch
arrest (v) [criminal] aanhouden (v) {n} [criminal]
arrest (v) [criminal] arresteren (v) [criminal]
arrest (n) [criminal] aanhouding (n) {f} [criminal]
arrest (n) [criminal] arrestatie (n) {f} [criminal]
arrest (n) [criminal] arrest (n) {n} [criminal]
EN Synonyms for arrest NL Translations
check [stop] betomen
stay [stop] verblijven
obstruction [stop] obstructie {f}
deterrent [stop] afschrik (adj n)
halt [stop] halthouden
hindrance [stop] hinderpaal {m}
interruption [stop] schorsing {f}
detention [physical condition] arrestatie {f}
apprehension [physical condition] arrest {n}
confinement [physical condition] kerkering {f}
capture [physical condition] pakken
constraint [physical condition] randvoorwaarde (n)
imprisonment [physical condition] kerkering {f}
seizure [physical condition] spasme {n}
apprehend [action] arresteren
bust [action] razzia {m}
incarcerate [action] gevangen zetten
detain [action] detineren
catch [action] haak {m}
nab [action] vangen {n}
NL Dutch EN English
arrest [misdadiger] {n} attachment [misdadiger]
arrest [misdadiger] {n} apprehension [misdadiger]
arrest [misdadiger] {n} arrest [misdadiger]

Dutch English translations

NL Synonyms for arrest EN Translations
opsluiting [hechtenis] f detention
voorarrest [hechtenis] n remand
uitspraak [oordeel] m verdict (informal)
vonnis [oordeel] n adjudication (formal)