Search term catch has 21 results
EN English NL Dutch
catch (v) [objects] opvangen (v) [objects]
catch aanfloepen
catch aanflitsen
catch (v) [animals] omstrikken (v) [animals]
catch (v) [animals] in een net vangen (v) [animals]
EN English NL Dutch
catch (n v) [a clasp which stops something from opening] haak (n v) {m} [a clasp which stops something from opening]
catch (v) [objects] vangen (v) {n} [objects]
catch (v) [crime] vangen (v) {n} [crime]
catch (v) [animals] vangen (v) {n} [animals]
catch (v) [crime] grijpen (v) [crime]
catch (v) [crime] betrappen (v) [crime]
catch aangaan
catch (n) [quantity] buit (n) {m} [quantity]
catch (n) [quantity] vangst (n) {f} [quantity]
catch (v) [objects] pakken (v) [objects]
catch (n) [quantity] opbrengst (n) {f} [quantity]
catch (v) [disease] opdoen (v) [disease]
catch (v) [disease] vatten (v) [disease]
catch (v) [disease] oplopen (v) [disease]
catch (v) [disease] krijgen (v) [disease]
catch (v) [medicine] besmet worden met (v) [medicine]