Search term verbijstering has 13 results
NL Dutch EN English
verbijstering [ontzetting] {f} consternation [ontzetting]
verbijstering [ontzetting] {f} dismay [ontzetting]
verbijstering [geestestoestand] {f} confusion [geestestoestand]
verbijstering [geestestoestand] {f} bewilderment [geestestoestand]
verbijstering (n) [state of being bewildered] {f} bewilderment (n) [state of being bewildered]
NL Dutch EN English
verbijstering [geestestoestand] {f} perplexity [geestestoestand]
verbijstering [geestestoestand] {f} bafflement [geestestoestand]
verbijstering [geestestoestand] {f} stupefaction [geestestoestand]
verbijstering [gevoelstoestand] {f} astonishment [gevoelstoestand]
verbijstering [gevoelstoestand] {f} amazement [gevoelstoestand]
verbijstering [gevoelstoestand] {f} surprise [gevoelstoestand]
verbijstering [gevoelstoestand] {f} wonderment [gevoelstoestand] (literature)
verbijstering (n) [a state of reduced consciousness or sensibility] {f} stupor (n) [a state of reduced consciousness or sensibility]

Dutch English translations

NL Synonyms for verbijstering EN Translations
schrik [ontzetting] m paura {f}