brandmarken translation - English German translation of brandmarken

Search term brandmarken has 9 results

DE	German	EN	English
	brandmarken (v) [historisch] gebrandmarkt brandmarkst brandmarken brandmarktest brandmarkten brandmark(e)		brand (v) [historisch] branded brand brand branded branded
	brandmarken (v) [historisch] gebrandmarkt brandmarkst brandmarken brandmarktest brandmarkten brandmark(e)		stigmatize (v) [historisch] stigmatized stigmatize stigmatize stigmatized stigmatized
	brandmarken (v) [Ruf] gebrandmarkt brandmarkst brandmarken brandmarktest brandmarkten brandmark(e)		stigmatize (v) [Ruf] stigmatized stigmatize stigmatize stigmatized stigmatized
	brandmarken (v) gebrandmarkt brandmarkst brandmarken brandmarktest brandmarkten brandmark(e)		brand (v) branded brand brand branded branded
	brandmarken (v) [Ruf] gebrandmarkt brandmarkst brandmarken brandmarktest brandmarkten brandmark(e)		brand (v) [Ruf] branded brand brand branded branded

DE	German	EN	English
	brandmarken (v) [Tiere] gebrandmarkt brandmarkst brandmarken brandmarktest brandmarkten brandmark(e)		brand (v) [Tiere] branded brand brand branded branded
	brandmarken (v) gebrandmarkt brandmarkst brandmarken brandmarktest brandmarkten brandmark(e)		denounce (v) denounced denounce denounce denounced denounced
	brandmarken gebrandmarkt brandmarkst brandmarken brandmarktest brandmarkten brandmark(e)		denounce denounced denounce denounce denounced denounced
	brandmarken (v) [to characterize as disgraceful or ignominious] gebrandmarkt brandmarkst brandmarken brandmarktest brandmarkten brandmark(e)		stigmatize (v) [to characterize as disgraceful or ignominious] stigmatized stigmatize stigmatize stigmatized stigmatized

DE	Synonyms for brandmarken	EN	Translations
	rügen [anprangern]		skarcić
	verurteilen [anprangern]		potępić
	geißeln [anprangern]		piętnować
	beschuldigen [anprangern]		winić
	tadeln [anprangern]		strofowac
	verdammen [anprangern]		przekląć (n v adj)
	verspotten [anprangern]		gardzić
	verhöhnen [anprangern]		wyśmiewać
	verzichten [ablehnen]		rezygnować (z)
	widersprechen [ablehnen] (sich		dementować
	verbieten [ablehnen]		zabraniać
	versagen [ablehnen]		przestać działać (v n)
	bestreiten [ablehnen]		negować
	verweigern [ablehnen]		pozbawiać (k-o)
	ablehnen [ablehnen]		odmówić (Siehe odmawiać)
	husten [ablehnen]		kaszleć
	zurückgeben [ablehnen]		zwracać {Ü\|pl\|}
	einlegen [ablehnen]		zakisić
	verwerfen [ablehnen]		zrzucić
	danken [ablehnen]		dziękować

Free multilingual online dictionary