Found 43 synonyms in 10 groups
  1. 1
    Meaning: kwakkelen
    sjokken slenteren tobben sukkelen
  1. 2
    Meaning: kuieren
    slenteren wandelen struinen
  2. 3
    Meaning: rondhangen
    slenteren slijpen
  3. 4
    Meaning: banjeren
    drentelen flaneren kuieren wandelen slenteren
  4. 5
    Meaning: flaneren
    lopen slenteren wandelen
  1. 6
    Meaning: lopen
    gaan ijsberen kuieren schrijden
    slenteren wandelen zich begeven voortbewegen
  2. 7
    Meaning: gaan
    ijsberen kuieren schrijden slenteren
    voortbewegen wandelen zich begeven lopen
  3. 8
    Meaning: leeglopen
    luieren slenteren straatslijpen lanterfanten
  4. 9
    Meaning: sukkelen
    sjokken slenteren tobben kwakkelen
  5. 10
    Meaning: schuifelen
    slenteren schoffelen

slenteren synonyms - Dutch related words for slenteren

Synonyms before and after slenteren

  • slechtgehumeurd
  • slechtheid
  • slechthorend
  • slechts
  • slee
  • sleep
  • sleetje
  • sleets
  • slempen
  • slenk
  • slenteren
  • slepen
  • slepend
  • slet
  • sleuf
  • sleur
  • sleuren
  • sleutel
  • sleutelen
  • slib
  • slibberen