NL Dutch dictionary: zelfverzekerdheid
zelfverzekerdheid has 33 translations in 9 languages
translations of zelfverzekerdheid
- aplomb [gedrag]
- self-confidence [gedrag, measure of one's belief in one's own abilities]
- assurance [gedrag]
- poise [gedrag]
- self-assurance [gedrag]
NL ES Spanish 5 translations
- aplomo (n) [gedrag] {m}
- sangre fría (n) [gedrag] {f}
- serenidad (n) [gedrag] {f}
- ecuanimidad (n) [gedrag] {f}
- confianza en sí mismo (n) [gedrag] {f}
NL FR French 3 translations
- assurance [gedrag] {f}
- aplomb [gedrag] {m}
- confiance en soi [gedrag, measure of one's belief in one's own abilities] {f}
NL DE German 5 translations
- Ausgeglichenheit (n) [gedrag] {f}
- Selbstbewusstsein (n) [gedrag] {n}
- Selbstsicherheit (n) [gedrag] {f}
- Selbstvertrauen (n) [gedrag, measure of one's belief in one's own abilities] {n}
- Sicherheitsgefühl (n) [gedrag] {f}
NL IT Italian 6 translations
- aplomb (n) [gedrag] {m}
- sicurezza (n) [gedrag] {f}
- disinvoltura (n) [gedrag] {f}
- padronanza di sé (n) [gedrag] {f}
- fiducia in se stesso (n) [gedrag] {f}
- fiducia in sé (n) [gedrag] {f}
NL PT Portuguese 5 translations
- segurança (n) [gedrag] {f}
- autodomínio (n) [gedrag] {m}
- auto-confiança (n) [gedrag] {f}
- serenidade (n) [gedrag] {f}
- autoconfiança (n) [measure of one's belief in one's own abilities] (n)
NL RU Russian 2 translations
- самоуве́ренность (n) [measure of one's belief in one's own abilities] (n)
- самонаде́янность (n) [measure of one's belief in one's own abilities] (n)
Words before and after zelfverzekerdheid
- zelfverbranding
- zelfverdediging
- zelfvergoding
- zelfverheerlijking
- zelfverloochening
- zelfvernietigend
- zelfvernietiging
- zelfvertrouwen
- zelfverzaking
- zelfverzekerd
- zelfverzekerdheid
- zelfvoldaan
- zelfvoldaanheid
- zelfvoorziening
- zelfwerkzaam
- zelfzeker
- zelfzucht
- zelfzuchtig
- zelfzuchtige
- zelfzuchtigheid
- zelkova