NL Dutch dictionary: zeker
zeker has 258 translations in 17 languages
translations of zeker
- indeed [overtuiging]
- certainly (adv) [emphatic affirmative answer, overtuiging]
- really [overtuiging]
- absolutely [overtuiging]
- positively [overtuiging]
- surely (adv) [certainly, undoubtedly, overtuiging]
- undeniably [overtuiging]
- unquestionably [zekerheid, overtuiging]
- without a doubt [overtuiging]
- easily [overtuiging]
- by all means [overtuiging]
- particular [reden]
- very well
- satisfied [overtuiging]
- certain [vast, reden, feit, bepaling, overtuiging]
- positive [overtuiging, vast]
- sure [overtuiging, vast]
- bound [vast, zekerheid]
- definitely [overtuiging]
- assuredly [overtuiging]
- of course [overtuiging]
- doubtlessly [overtuiging]
- obviously [overtuiging]
- decidedly [zekerheid]
- very good
- confident [overtuiging]
- convinced [overtuiging]
- indisputable [feit]
- doubtless [zekerheid]
- undoubtedly [zekerheid]
NL ES Spanish 32 translations
- efectivamente (o) [bepaling, overtuiging, zekerheid]
- de verdad (o) [bepaling, overtuiging, zekerheid]
- en efecto (o) [bepaling, overtuiging, zekerheid]
- indiscutible (a) [feit, overtuiging, vast]
- absolutamente (o) [bepaling, overtuiging, zekerheid]
- decididamente (o) [bepaling, overtuiging, zekerheid]
- ciertamente (o) [bepaling, overtuiging, without doubt, surely, zekerheid]
- sin duda alguna (o) [bepaling, overtuiging, zekerheid]
- desde luego (o) [bepaling, feit, overtuiging, vast, zekerheid]
- muy bien (a) [feit, overtuiging, vast]
- indudablemente (o) [bepaling, feit, overtuiging, vast, without question and beyond doubt, zekerheid]
- satisfecho (a) [feit, overtuiging, vast]
- cierto (o) [bepaling, feit, overtuiging, reden, sure, positive, not doubting, vast, zekerheid]
- particular (a) [reden, vast] {m}
- seguro (adj adv int) [certain, reliable, feit, overtuiging, reden, vast] {m}
- positivo (a) [feit, overtuiging, reden, vast]
- estar destinado a (o) [bepaling, overtuiging, zekerheid]
- por supuesto (o) [bepaling, emphatic affirmative answer, feit, overtuiging, vast, zekerheid]
- naturalmente (o) [bepaling, feit, overtuiging, vast, zekerheid]
- claramente (o) [zekerheid]
- obviamente (o) [zekerheid]
- evidentemente (o) [zekerheid]
- con mucho gusto (a) [feit, overtuiging, vast]
- convencido (a) [feit, overtuiging, vast]
- incuestionable (a) [feit, overtuiging, vast]
- incontestable (a) [feit, overtuiging, vast]
- innegable (a) [feit, overtuiging, vast]
- incontrovertible (a) [feit, overtuiging, vast]
- sin duda (o) [overtuiging, without doubt, surely, zekerheid]
- a no dudarlo (o) [overtuiging, zekerheid]
- seguramente (adv) [certainly, undoubtedly]
- definitivamente (adv) [without question and beyond doubt]
NL FR French 34 translations
- vraiment [bepaling, feit, overtuiging, vast, zekerheid]
- certainement [bepaling, emphatic affirmative answer, feit, overtuiging, vast, without doubt, surely, without question and beyond doubt, zekerheid]
- réellement [bepaling, overtuiging, zekerheid]
- indiscutable [feit, overtuiging, vast]
- absolument [bepaling, feit, overtuiging, vast, yes; certainly, zekerheid]
- parfaitement [bepaling, overtuiging, zekerheid]
- sûrement [bepaling, certainly, undoubtedly, feit, overtuiging, vast, without doubt, surely, zekerheid]
- affirmativement [bepaling, overtuiging, zekerheid]
- sans doute [bepaling, feit, overtuiging, vast, zekerheid]
- indubitablement [overtuiging, zekerheid]
- certain [bepaling, certain, reliable, feit, overtuiging, reden, sure, positive, not doubting, vast, zekerheid]
- particulier [reden, vast] {m}
- assuré [feit, overtuiging, reden, vast] {m}
- sûr (adj adv int) [certain, reliable, feit, overtuiging, reden, vast]
- certes [bepaling, feit, overtuiging, vast, zekerheid]
- assurément [bepaling, certainly, undoubtedly, feit, overtuiging, vast, without question and beyond doubt, zekerheid]
- volontiers [feit, overtuiging, vast]
- indéniable [feit, overtuiging, vast]
- manifestement [zekerheid]
- de toute évidence [zekerheid]
- sans aucun doute [overtuiging, without doubt, surely, zekerheid]
- bien sûr (adv) [emphatic affirmative answer, feit, overtuiging, vast]
- très bien [feit, overtuiging, vast]
- pour sûr (adv) [emphatic affirmative answer] (informal)
- naturellement [overtuiging]
- persuadé [feit, overtuiging, vast]
- convaincu [feit, overtuiging, vast]
- incontestable [feit, overtuiging, vast]
- sans conteste [overtuiging, without question and beyond doubt, zekerheid]
- décidément [overtuiging, without question and beyond doubt, zekerheid]
- évidemment (adv) [emphatic affirmative answer]
- mets-en (adv int) [yes; certainly] (adv int)
- sûre (adj adv int) [certain, reliable] (adj adv int)
- sans nul doute (adv) [without doubt, surely] (adv)
NL DE German 23 translations
- bestimmt (o) [overtuiging, reden, vast, without question and beyond doubt, zekerheid, bepaling]
- aber sicher (o) [overtuiging]
- allerdings (adv int) [yes; certainly]
- gewiss (adv) [without doubt, surely, vast, overtuiging]
- absolut (o) [overtuiging]
- ganz gewiss (o) [overtuiging]
- jawohl (o) [overtuiging]
- sehr wohl (o) [overtuiging]
- selbstverständlich (o) [overtuiging]
- sicher (adj determiner) [sure, positive, not doubting, without question and beyond doubt, vast, overtuiging, feit, emphatic affirmative answer, certain, reliable]
- sicherlich (adv) [certainly, undoubtedly, overtuiging, without doubt, surely, zekerheid]
- unbedingt (o) [overtuiging]
- zweifellos (o) [zekerheid, without doubt, surely, overtuiging]
- unbestreitbar (a) [feit]
- unumstritten (a) [feit]
- unzweifelhaft (o) [zekerheid]
- zweifelsfrei (o) [zekerheid]
- zweifelsohne (o) [zekerheid]
- definitiv (adv) [without question and beyond doubt]
- überzeugt (a) [overtuiging]
- natürlich (adv) [emphatic affirmative answer]
- freilich (adv) [without doubt, surely]
- aber hallo (adv int) [yes; certainly] (adv int)
NL IT Italian 26 translations
- veramente (a) [feit, bepaling, zekerheid, vast, overtuiging]
- davvero (o) [overtuiging, zekerheid, bepaling]
- certamente (o) [zekerheid, without doubt, surely, vast, overtuiging, feit, emphatic affirmative answer, bepaling]
- indiscutibile (a) [feit, overtuiging, vast]
- assolutamente (o) [bepaling, overtuiging, yes; certainly, zekerheid]
- sicuramente (o) [zekerheid, vast, overtuiging, feit, bepaling]
- senza dubbio (o) [bepaling, overtuiging, zekerheid]
- senz'altro (o) [zekerheid, vast, overtuiging, feit, bepaling]
- sicuro (adj adv int) [certain, reliable, feit, overtuiging, reden, vast]
- particolare (a) [reden, vast] {m}
- subito (a) [vast, overtuiging, feit]
- chiaramente (o) [zekerheid]
- indubbiamente (o) [bepaling, feit, overtuiging, vast, without question and beyond doubt, zekerheid]
- certo (a) [overtuiging, zekerheid, vast, sure, positive, not doubting, reden, feit, certain, reliable, bepaling]
- di sicuro (o) [bepaling, overtuiging, zekerheid]
- ovviamente (o) [zekerheid]
- va bene (a) [vast, overtuiging, feit]
- naturalmente (o) [overtuiging]
- convinto (a) [feit, overtuiging, vast]
- persuaso (a) [feit, overtuiging, vast]
- incontestabile (a) [overtuiging, vast, feit]
- inconfutabile (a) [feit, overtuiging, vast]
- indubbio (a) [feit, overtuiging, vast]
- sicura (adj adv int) [certain, reliable] {f}
- decisamente (o) [overtuiging, zekerheid]
- certa (adj adv int) [certain, reliable] (adj adv int)
NL PT Portuguese 29 translations
- de fato (o) [bepaling, overtuiging, zekerheid]
- certamente (o) [bepaling, certainly, undoubtedly, emphatic affirmative answer, feit, overtuiging, vast, without doubt, surely, zekerheid]
- realmente (o) [bepaling, overtuiging, zekerheid]
- indubitável (a) [feit, overtuiging, reden, vast]
- inquestionável (a) [feit, overtuiging, vast]
- absolutamente (o) [bepaling, overtuiging, zekerheid]
- positivamente (o) [bepaling, overtuiging, zekerheid]
- com certeza (o) [bepaling, feit, overtuiging, vast, zekerheid]
- inegavelmente (o) [bepaling, overtuiging, zekerheid]
- inquestionavelmente (o) [bepaling, overtuiging, zekerheid]
- sem dúvida (o) [bepaling, emphatic affirmative answer, feit, overtuiging, vast, without doubt, surely, zekerheid]
- seguro (adj adv int) [certain, reliable, feit, overtuiging, reden, vast] {m}
- confiante (a) [feit, overtuiging, vast]
- claro (o) [overtuiging]
- convencido (a) [feit, overtuiging, vast] {m}
- particular (a) [reden, vast] {m}
- certo (o) [bepaling, certain, reliable, feit, overtuiging, reden, sure, positive, not doubting, vast, zekerheid]
- claramente (o) [zekerheid]
- especial (a) [reden, vast]
- indubitavelmente (o) [overtuiging, zekerheid]
- definitivamente (o) [bepaling, feit, overtuiging, vast, without question and beyond doubt, zekerheid]
- asseguradamente (o) [bepaling, feit, overtuiging, vast, zekerheid]
- obviamente (o) [zekerheid]
- evidentemente (o) [zekerheid]
- visivelmente (o) [zekerheid]
- seguramente (adv) [certainly, undoubtedly]
- naturalmente (o) [overtuiging]
- convicto (a) [feit, overtuiging, vast]
- decididamente (o) [overtuiging, zekerheid]
NL SV Swedish 30 translations
- verkligen (o) [bepaling, overtuiging, zekerheid]
- faktiskt (o) [bepaling, overtuiging, zekerheid]
- riktigt (o) [bepaling, overtuiging, zekerheid]
- bestämd (a) [reden, vast]
- absolut (o) [bepaling, feit, overtuiging, reden, vast, yes; certainly, zekerheid]
- säkerligen (o) [bepaling, overtuiging, zekerheid]
- otvivelaktigt (o) [bepaling, feit, overtuiging, vast, zekerheid]
- sannerligen (o) [bepaling, overtuiging, zekerheid]
- bestämt (o) [bepaling, feit, overtuiging, vast, zekerheid]
- särskild (a) [reden, vast]
- säkra (adj determiner) [sure, positive, not doubting]
- säker (adj adv int) [certain, reliable, feit, overtuiging, reden, sure, positive, not doubting, vast]
- utan tvivel (o) [bepaling, feit, overtuiging, reden, vast, zekerheid]
- säkert (o) [bepaling, feit, overtuiging, sure, positive, not doubting, vast, zekerheid]
- viss (o) [bepaling, overtuiging, zekerheid]
- med visshet (o) [bepaling, feit, overtuiging, vast, zekerheid]
- självklart (o) [bepaling, feit, overtuiging, vast, zekerheid]
- definitivt (o) [bepaling, feit, overtuiging, vast, without question and beyond doubt, yes; certainly, zekerheid]
- gärna (a) [feit, overtuiging, vast]
- obestridlig (a) [feit, overtuiging, vast]
- tydligen (o) [zekerheid]
- påtagligen (o) [zekerheid]
- ja visst (a) [feit, overtuiging, vast]
- ja då (a) [feit, overtuiging, vast]
- övertygad (a) [feit, overtuiging, vast]
- förvissad (a) [feit, overtuiging, vast]
- oomtvistlig (a) [feit, overtuiging, vast]
- odisputabel (a) [feit, overtuiging, vast]
- oemotsäglig (a) [feit, overtuiging, vast]
- helt säkert (o) [overtuiging, zekerheid]
NL CS Czech 6 translations
- jistě (adv) [emphatic affirmative answer, without doubt, surely]
- určitě (adv) [emphatic affirmative answer, without doubt, surely, without question and beyond doubt]
- rozhodně (adv) [without question and beyond doubt]
- nepochybně (adv) [emphatic affirmative answer, without doubt, surely]
- jistý (adj adv int) [certain, reliable, sure, positive, not doubting]
- zajisté (adv) [emphatic affirmative answer]
NL PL Polish 5 translations
- pewien (adj adv int) [certain, reliable]
- pewny (adj adv int) [certain, reliable, sure, positive, not doubting]
- na pewno (adv) [emphatic affirmative answer, without question and beyond doubt]
- z pewnością (adv) [certainly, undoubtedly, without doubt, surely]
- zdecydowanie (adv) [emphatic affirmative answer, without question and beyond doubt] {n}
NL DA Danish 3 translations
NL BG Bulgarian 6 translations
- разбира се (adv) [emphatic affirmative answer] (razbíra se)
- безспорно (adv) [without doubt, surely]
- несъмнено (adv) [without doubt, surely]
- сигурен (adj determiner) [sure, positive, not doubting] (adj determiner)
- уверен (adj determiner) [sure, positive, not doubting] (adj determiner)
- със сигурност (adv) [without question and beyond doubt] (adv)
NL HU Hungarian 4 translations
- határozottan (adv) [without question and beyond doubt] (adv)
- biztos (adj adv int) [certain, reliable, sure, positive, not doubting] (adj adv int)
- biztosan (adv) [without question and beyond doubt] (adv)
- feltétlenül (adv) [without question and beyond doubt] (adv)
NL RU Russian 11 translations
- определённый (adj determiner) [sure, positive, not doubting] (adj)
- определённо (adv) [without question and beyond doubt] (opredeljónno)
- коне́чно (adv) [certainly, undoubtedly, emphatic affirmative answer, without doubt, surely, yes; certainly] (adv int)
- то́чно (adv int) [yes; certainly] (adv int)
- и́менно (adv int) [yes; certainly] (adv int)
- однозна́чно (adv int) [yes; certainly] (adv int)
- уве́ренный (adj determiner) [sure, positive, not doubting, certain, reliable] (adj)
- наверняка́ (adv) [certainly, undoubtedly, without doubt, surely, without question and beyond doubt] (adv)
- несомне́нно (adv) [certainly, undoubtedly, emphatic affirmative answer, without question and beyond doubt] (adv)
- непреме́нно (adv) [emphatic affirmative answer, without doubt, surely] (adv)
- безусло́вно (adv) [emphatic affirmative answer, without doubt, surely] (adv)
NL SL Slovenian 4 translations
- definitivno (adv) [without question and beyond doubt]
- zagotovo (adv) [without question and beyond doubt]
- nedvomno (adv) [without question and beyond doubt]
- gotov (adj determiner) [sure, positive, not doubting] {m}
NL JA Japanese 13 translations
- もちろん (adv) [emphatic affirmative answer] (mochiron)
- きっと (adv) [without question and beyond doubt] (kitto)
- 絶対に (adv) [without doubt, surely] (adv int)
- 確か (adj adv int) [certain, reliable, sure, positive, not doubting] (adj adv int)
- 確かに (adv) [certainly, undoubtedly, without doubt, surely, without question and beyond doubt] (adv)
- てっきり (adv) [certainly, undoubtedly] (adv)
- その通り (adv) [emphatic affirmative answer] (phrase)
- 一定 (adj determiner) [sure, positive, not doubting] (adj determiner)
- 定か (adj determiner) [sure, positive, not doubting] (adj determiner)
- 特定 (adj determiner) [sure, positive, not doubting] (adj determiner)
- 必ず (adv) [emphatic affirmative answer, without doubt, surely, without question and beyond doubt] (adv)
- 確実に (adv) [without doubt, surely] (adv)
- 全く (adv) [emphatic affirmative answer] (adv)