NL Dutch dictionary: verslappen
verslappen has 90 translations in 13 languages
translations of verslappen
- decrease [verminderen]
- abate [verminderen] (formal)
- diminish [verminderen]
- wane [verminderen]
- lessen [verminderen]
- droop [verflauwen]
- languish [verflauwen]
- become weakened [verflauwen]
- lose vitality [verflauwen]
- loose strength [verflauwen]
NL ES Spanish 10 translations
- disminuir (v) [verminderen]
- reducir (v) [verminderen]
- mermar (v) [verminderen]
- menguar (v) [verminderen]
- reducirse (v) [verminderen]
- marchitarse (v) [verflauwen]
- decaer (v) [verflauwen]
- flaquear (v) [verflauwen]
- languidecer (v) [verflauwen]
- marchitar (v n) [to fatigue]
NL FR French 12 translations
- réduire [verminderen]
- diminuer [verminderen]
- s'apaiser [verminderen]
- faiblir [verminderen]
- s'amoindrir [verminderen]
- restreindre [verminderen]
- flétrir (adj n v) [to become faded]
- faner (adj n v) [to become faded]
- se languir [verflauwen]
- dépérir [verflauwen]
- s'affaiblir [verflauwen]
- s'affadir (adj n v) [to become faded] (adj n v)
NL DE German 6 translations
- reduzieren (v) [verminderen]
- vermindern (v) [verminderen]
- abnehmen (v) [verminderen]
- ermatten (v) [verflauwen]
- Kräfte verlieren (v) [verflauwen]
- schwach werden (v) [verflauwen]
NL IT Italian 15 translations
- ridurre (v) [verminderen]
- limitare (v) [verminderen]
- calare (v) [verminderen]
- diminuire (v) [verminderen]
- ridursi (v) [verminderen]
- decrescere (v) [verminderen]
- attenuare (n v) [lose firmness]
- cedere (n v) [lose firmness]
- spegnersi (n v) [lose firmness]
- smorzarsi (n v) [lose firmness]
- languire (v) [verflauwen]
- indebolirsi (v) [verflauwen]
- affievolirsi (v) [verflauwen]
- sbiadire (adj n v) [to become faded]
- attenuarsi (n v) [lose firmness]
NL PT Portuguese 14 translations
- reduzir (v) [verminderen]
- diminuir (v) [verminderen]
- decrescer (v) [verminderen]
- enfraquecer (v) [verminderen]
- encolher (v) [verminderen]
- ceder (n v) [lose firmness]
- enxugar (v) [verminderen]
- debilitar-se (v) [verflauwen]
- esmorecer (v) [verflauwen]
- ficar fraco (v) [verflauwen]
- perder vitalidade (v) [verflauwen]
- perder força (v) [verflauwen]
- desfalecer (adj n v) [to become faded]
- estiolar (adj n v) [to become faded]
NL SV Swedish 11 translations
- minska (v) [verminderen]
- avta (v) [verminderen]
- minskas (v) [verminderen]
- förminskas (v) [verminderen]
- reduceras (v) [verminderen]
- tyna bort (v) [verflauwen]
- avmattas (v) [verflauwen]
- falla ihop (v) [verflauwen]
- bli kraftlös (v) [verflauwen]
- skära ner (v) [verminderen]
- reducera (v) [verminderen]
NL BG Bulgarian 2 translations
NL HU Hungarian 3 translations
- elgyengül (v n) [to fatigue] (v n)
- halványul (adj n v) [to become faded] (adj n v)
- elhalványul (adj n v) [to become faded] (adj n v)