NL Dutch dictionary: onverenigbaar
onverenigbaar has 50 translations in 9 languages
translations of onverenigbaar
- abhorrent (adj) [contrary or discordant]
- contrary [principe]
- disagreeing [strijdig]
- incongruous [disharmonie]
- irreconcilable [algemeen]
- incompatible [geneeskunde, persoon, principe]
- inconsistent [principe]
- conflicting [strijdig]
- disaccording [strijdig]
NL ES Spanish 5 translations
- opuesto (a) [strijdig] {m}
- contradictorio (a) [principe]
- incompatible (a) [algemeen, disharmonie, geneeskunde, persoon, principe, strijdig]
- irreconciliable (a) [algemeen, persoon]
- inconciliable (a) [algemeen, persoon, strijdig]
NL FR French 5 translations
- opposé [strijdig] {m}
- discordant [strijdig]
- incompatible [algemeen, disharmonie, geneeskunde, persoon, principe, strijdig]
- irréconciliable [algemeen, persoon]
- inconciliable [algemeen, geneeskunde, persoon, principe, strijdig]
NL DE German 7 translations
- widerstreitend (a) [strijdig]
- widersprüchlich (a) [principe]
- widersprechend (a) [strijdig]
- nicht zusammenpassend (a) [disharmonie]
- unvereinbar (a) [algemeen, persoon]
- unversöhnlich (a) [algemeen]
- unverträglich (a) [geneeskunde, persoon]
NL IT Italian 10 translations
- contrario (adj) [contrary or discordant] {m}
- contrastante (a) [strijdig]
- contraddittorio (a) [strijdig]
- contro (adj) [contrary or discordant]
- in contrasto con (a) [principe]
- contrastante con (a) [principe]
- incompatibile (a) [disharmonie, strijdig, persoon, geneeskunde, contrary or discordant, algemeen]
- irriconciliabile (a) [algemeen, persoon]
- inconciliabile (a) [algemeen, persoon]
- in conflitto (a) [strijdig]
NL PT Portuguese 6 translations
- conflitante (a) [strijdig]
- incompatível (a) [algemeen, disharmonie, geneeskunde, persoon, principe]
- irreconciliável (a) [algemeen, persoon]
- descordante (a) [strijdig]
- desconcorde (a) [strijdig]
- inconciliável (a) [principe]
NL SV Swedish 6 translations
- oförenlig (a) [algemeen, geneeskunde, persoon, principe]
- motsägande (a) [strijdig]
- som inte går ihop (a) [disharmonie]
- oförsonlig (a) [algemeen, geneeskunde, persoon]
- motstridande (a) [strijdig]
- motstridig (a) [strijdig]
Words before and after onverenigbaar
- onverdiend straffen
- onverdienstelijk
- onverdraaglijk
- onverdraagzaam
- onverdraagzaamheid
- onverdraagzame
- onverdroten
- onverdroten ijver
- onverdund
- onverdunde
- onverenigbaar
- onverenigbaar met
- onverenigbaarheid
- onvergankelijk
- onvergankelijkheid
- onvergeeflijk
- onvergelijkbaar
- onvergelijkelijk
- onvergenoegd zijn
- onvergetelijk
- onvergezeld