NL Dutch dictionary: onmiskenbaar
onmiskenbaar has 139 translations in 8 languages
translations of onmiskenbaar
- clear [evident]
- plain [evident]
- outright [overtuiging]
- downright [overtuiging]
- out-and-out [overtuiging]
- absolute [overtuiging]
- unquestionably [zekerheid]
- obvious [evident]
- apparent [evident]
- clearly [zekerheid]
- decisively [waarheid]
- obviously [zekerheid]
- decidedly [waarheid, zekerheid]
- distinct [duidelijk]
- unmistakable [duidelijk, evident, unique, such that it cannot be mistaken for something else]
- evident [evident]
- evidently [zekerheid]
- unequivocal [zekerheid]
- doubtless [zekerheid]
- undoubtedly [zekerheid]
NL ES Spanish 18 translations
- absoluto (a) [evident, duidelijk, zekerheid, overtuiging]
- decididamente (o) [waarheid, zekerheid]
- inequívoco (a) [duidelijk, evident, overtuiging, zekerheid]
- claro (a) [duidelijk, evident, overtuiging] {m}
- aparentemente (o) [zekerheid]
- evidente (a) [duidelijk, overtuiging, evident]
- indudablemente (o) [waarheid, zekerheid]
- rotundo (a) [duidelijk, evident, overtuiging, zekerheid]
- inconfundible (adj) [unique, such that it cannot be mistaken for something else, evident, duidelijk, overtuiging]
- manifiesto (a) [duidelijk, evident, overtuiging] {m}
- obvio (a) [duidelijk, evident, overtuiging]
- claramente (o) [zekerheid, overtuiging, evident, duidelijk]
- obviamente (o) [zekerheid]
- evidentemente (o) [zekerheid]
- distintamente (a) [duidelijk, evident, overtuiging]
- decisivamente (o) [waarheid, zekerheid]
- sin duda (o) [waarheid, zekerheid]
- a no dudarlo (o) [waarheid, zekerheid]
NL FR French 23 translations
- sans doute [zekerheid, waarheid]
- distinct [evident, overtuiging, duidelijk]
- net [overtuiging, zekerheid]
- clair [duidelijk, evident, overtuiging, zekerheid]
- apparemment [zekerheid]
- évident [duidelijk, evident, overtuiging]
- manifeste [duidelijk, overtuiging, evident] {m}
- apparent [duidelijk, evident, overtuiging]
- indiscutablement [waarheid, zekerheid]
- incontestablement [waarheid, zekerheid]
- indubitablement [waarheid, zekerheid]
- sûr [overtuiging, evident, duidelijk]
- incontesté [duidelijk, evident, overtuiging, zekerheid]
- indéniable [duidelijk, evident, overtuiging, zekerheid]
- très clair [duidelijk, evident, overtuiging]
- manifestement [zekerheid]
- de toute évidence [zekerheid]
- sans aucun doute [waarheid, zekerheid]
- clairement [duidelijk, evident, overtuiging, zekerheid]
- nettement [duidelijk, evident, overtuiging]
- sans équivoque [overtuiging, zekerheid]
- visiblement [zekerheid]
- sans conteste [waarheid, zekerheid]
NL DE German 12 translations
- deutlich (a) [evident, overtuiging, zekerheid, duidelijk]
- einleuchtend (a) [evident]
- klar (a) [evident, overtuiging]
- offenbar (a) [evident]
- offensichtlich (a) [evident, zekerheid]
- zweifellos (o) [zekerheid]
- unverkennbar (a) [overtuiging, waarheid, zekerheid]
- unzweifelhaft (o) [waarheid, zekerheid]
- zweifelsfrei (o) [zekerheid]
- zweifelsohne (o) [zekerheid]
- eindeutig (a) [duidelijk]
- unverwechselbar (adj) [unique, such that it cannot be mistaken for something else]
NL IT Italian 24 translations
- certamente (o) [zekerheid, waarheid]
- completo (a) [evident, overtuiging, zekerheid, duidelijk] {m}
- vero e proprio (a) [duidelijk, evident, overtuiging, zekerheid]
- assoluto (a) [duidelijk, zekerheid, overtuiging, evident] {m}
- perfetto (a) [duidelijk, evident, overtuiging, zekerheid]
- senza dubbio (o) [waarheid, zekerheid]
- chiaro (a) [duidelijk, evident, overtuiging]
- apparentemente (o) [zekerheid]
- a quanto pare (o) [zekerheid]
- manifesto (a) [overtuiging, evident, duidelijk] {m}
- evidente (a) [duidelijk, evident, overtuiging]
- apparente (a) [duidelijk, evident, overtuiging]
- chiaramente (a) [duidelijk, zekerheid, evident, overtuiging]
- distinto (a) [duidelijk, evident, overtuiging]
- indubbiamente (o) [waarheid, zekerheid]
- in tutto e per tutto (a) [duidelijk, evident, overtuiging, zekerheid]
- inconfondibile (a) [duidelijk, evident, overtuiging, unique, such that it cannot be mistaken for something else]
- ovvio (a) [overtuiging, evident, duidelijk]
- ovviamente (o) [zekerheid]
- distintamente (a) [duidelijk, evident, overtuiging]
- nettamente (a) [duidelijk, evident, overtuiging, waarheid, zekerheid]
- inequivocabile (a) [overtuiging, zekerheid]
- evidentemente (o) [zekerheid]
- decisamente (o) [waarheid, zekerheid]
NL PT Portuguese 21 translations
- absoluto (a) [evident, duidelijk, zekerheid, overtuiging] {m}
- inquestionavelmente (o) [waarheid, zekerheid]
- sem dúvida (o) [waarheid, zekerheid]
- claro (a) [duidelijk, evident, overtuiging]
- simples (a) [duidelijk, evident, overtuiging]
- aparente (a) [duidelijk, overtuiging, evident]
- distinto (a) [duidelijk, evident, overtuiging]
- aparentemente (o) [zekerheid]
- evidente (a) [duidelijk, evident, overtuiging]
- óbvio (a) [overtuiging, duidelijk, evident]
- claramente (a) [duidelijk, evident, overtuiging, zekerheid]
- decisivamente (o) [waarheid, zekerheid]
- indubitavelmente (o) [waarheid, zekerheid]
- incontestável (a) [duidelijk, evident, overtuiging, zekerheid]
- inconfundível (a) [duidelijk, unique, such that it cannot be mistaken for something else, overtuiging, evident]
- obviamente (o) [zekerheid]
- evidentemente (o) [zekerheid]
- visivelmente (o) [zekerheid]
- distintamente (a) [duidelijk, evident, overtuiging]
- inequívoco (a) [overtuiging, zekerheid]
- decididamente (o) [waarheid, zekerheid]
NL SV Swedish 20 translations
- otvivelaktigt (o) [zekerheid, waarheid]
- avgjord (a) [duidelijk, evident, overtuiging, zekerheid]
- klar (a) [duidelijk, evident, overtuiging]
- otvetydig (a) [overtuiging, zekerheid]
- uppenbarligen (o) [zekerheid]
- självklar (a) [evident, overtuiging, duidelijk]
- tydlig (a) [duidelijk, evident, overtuiging, zekerheid]
- påtaglig (a) [duidelijk, evident, overtuiging]
- uppenbar (a) [duidelijk, evident, overtuiging]
- tydligt (a) [duidelijk, overtuiging, evident]
- bestämt (o) [waarheid, zekerheid]
- utan tvivel (o) [waarheid, zekerheid]
- säkert (o) [zekerheid]
- distinkt (a) [duidelijk, evident, overtuiging]
- obestridlig (a) [overtuiging, zekerheid, evident, duidelijk]
- synbar (a) [duidelijk, evident, overtuiging]
- tydligen (o) [zekerheid]
- påtagligen (o) [zekerheid]
- klart och tydligt (a) [duidelijk, evident, overtuiging]
- helt säkert (o) [waarheid, zekerheid]
NL CS Czech 1 translation
- nezaměnitelný (adj) [unique, such that it cannot be mistaken for something else]
Words before and after onmiskenbaar
- onmens
- onmenselijk
- onmenselijkheid
- onmetelijk
- onmiddelijk
- onmiddelijk daarna
- onmiddelijk het totaal bedrag voor iets betalen
- onmiddellijk
- onmin
- onmisbaar
- onmiskenbaar
- onmiskenbaar feit
- onmodieus
- onmogelijk
- onmogelijk maken
- onmogelijk te herinneren
- onmogelijkheid
- onnadelig
- onnadenkend
- onnadenkendheid
- onnatrekbaar