NL Dutch dictionary: hinderen
hinderen has 103 translations in 12 languages
translations of hinderen
- bother [gevoelstoestand]
- clogging [belemmeren]
- hindering [belemmeren]
- obstructing [belemmeren]
- stopping up [belemmeren]
- jamming [belemmeren]
- put out [situatie]
- hamper [activiteit, kleding]
- interfere with [activiteit]
- inconvenience [situatie]
- disturb
- obstruct [activiteit]
- hinder [activiteit, kleding]
- stymie (n v) [to thwart or stump] (formal)
NL ES Spanish 8 translations
- impedir (v) [activiteit, kleding]
- incomodar (v) [situatie]
- molestar (v) [gevoelstoestand, situatie]
- obstrucción (n) [belemmeren] {f}
- atasco (n) [belemmeren] {m}
- bloqueo (n) [belemmeren] {m}
- interferir con (v) [activiteit]
- estorbar (v) [activiteit, kleding]
NL FR French 15 translations
- arrêter (n v) [to stop, hinder]
- ennuyer [gevoelstoestand]
- importuner [situatie]
- obstruction [belemmeren] {f}
- encrassement [belemmeren] {m}
- colmatage [belemmeren] {m}
- empâtement [belemmeren] {m}
- gêner [activiteit, kleding, situatie]
- entraver [activiteit, kleding]
- déranger [activiteit, situatie]
- inquiéter [gevoelstoestand]
- obstruer (n v) [to thwart or stump]
- embarrasser [activiteit, kleding]
- incommoder [situatie]
- mettre en échec (n v) [to thwart or stump]
NL DE German 11 translations
- aufhalten (n v) [to stop, hinder]
- lahmlegen (n v) [to thwart or stump]
- Blockierung (n) [belemmeren] {f}
- Sorgen machen (v) [gevoelstoestand]
- Aufschlämmung (n) [belemmeren] {f}
- Aufschüttung (n) [belemmeren] {f}
- Behinderung (n) [belemmeren] {f}
- in Verlegenheit bringen (v) [situatie]
- beeinträchtigen (v) [activiteit]
- hindern (v) [activiteit, kleding]
- hemmen (n v) [to stop, hinder]
NL IT Italian 12 translations
- ostruire (n v) [to thwart or stump]
- dare fastidio (v) [activiteit, gevoelstoestand, kleding]
- arrestare (n v) [to stop, hinder]
- ostruzione (n) [belemmeren] {f}
- intasamento (n) [belemmeren] {m}
- ingorgo (n) [belemmeren] {m}
- ostacolare (v) [activiteit, to thwart or stump, kleding]
- intralciare (v) [activiteit]
- disturbare (v) [activiteit, situatie]
- incomodare (v) [situatie]
- scomodare (v) [situatie]
- preoccupare (v) [gevoelstoestand]
NL PT Portuguese 15 translations
- impedir (n v) [to thwart or stump]
- parar (n v) [to stop, hinder]
- obstruir (v) [activiteit, kleding]
- obstrução (n) [belemmeren] {f}
- bloqueio (n) [belemmeren] {m}
- retenção (n) [belemmeren] {f}
- perturbar (v) [activiteit]
- dificultar (v) [activiteit, kleding]
- interferir em (v) [activiteit]
- importunar (v) [gevoelstoestand, situatie]
- embaraçar (v) [activiteit, kleding]
- incomodar (v) [situatie]
- preocupar (v) [gevoelstoestand]
- estorvar (v) [activiteit, kleding]
- atrapalhar (v) [activiteit, kleding]
NL SV Swedish 11 translations
- stoppa (n v) [to stop, hinder]
- plåga (v) [gevoelstoestand]
- besvära (v) [gevoelstoestand]
- störa (v) [activiteit]
- hejda (v) [activiteit, kleding, to stop, hinder]
- hindra (v) [activiteit, kleding, to stop, hinder]
- stå i vägen (v) [activiteit, kleding]
- vålla besvär (v) [situatie]
- vara besvärlig för (v) [situatie]
- stämma (n v) [to stop, hinder]
- dämma (n v) [to stop, hinder]
NL RU Russian 8 translations
- ока́зывать сопротивле́ние (n v) [to stop, hinder] (v)
- проти́виться (n v) [to stop, hinder] (v n)
- заде́рживать (n v) [to stop, hinder] (v)
- препя́тствовать (n v) [to stop, hinder] (n v)
- загоня́ть в у́гол (n v) [to thwart or stump] (n v)
- загна́ть в у́гол (n v) [to thwart or stump] (n v)
- ста́вить в тупи́к (n v) [to thwart or stump] (n v)
- поста́вить в тупи́к (n v) [to thwart or stump] (n v)