NL Dutch dictionary: afsluiten
afsluiten has 101 translations in 7 languages
translations of afsluiten
- turn off [kraan]
- shut off [afzonderen, elektriciteit]
- terminate (formal)
- wrap up [transactie]
- conclude [contract, subject]
- occlude [algemeen]
- block up [algemeen]
- close [transactie, subject]
- finish [subject]
- settle [subject]
- bring to a conclusion [subject]
- lock up [gebouw]
- isolate [afzonderen]
- lock [deur]
- underwrite [verzekering] (formal)
- obstruct
- bar
NL ES Spanish 12 translations
- terminar (v) [deur, gebouw, subject, transactie, algemeen]
- cortar (v) [elektriciteit, kraan]
- apartar (v) [afzonderen]
- cerrar (v) [deur, transactie, subject, kraan, gebouw, elektriciteit, algemeen]
- concluir (v) [transactie, subject, gebouw, contract, algemeen, deur]
- obstruir (v) [algemeen, deur, gebouw, subject, transactie]
- finalizar (v) [transactie, subject, gebouw, algemeen]
- dejar bajo llave (v) [algemeen, gebouw, subject, transactie]
- aislar (v) [afzonderen]
- cerrarse (v) [deur, subject]
- cerrar con llave (v) [algemeen, deur, subject]
- suscribir (v) [verzekering]
NL FR French 14 translations
- régler [gebouw, algemeen, transactie, subject]
- liquider [algemeen, gebouw, subject, transactie]
- couper [elektriciteit, kraan]
- trancher [transactie, subject, gebouw, algemeen]
- fermer [deur, elektriciteit, kraan, subject]
- terminer [deur, subject]
- conclure [transactie, subject, gebouw, algemeen, contract]
- occlure [algemeen, deur, gebouw, subject, transactie]
- souscrire [verzekering]
- mener à bonne fin [subject, transactie, gebouw, algemeen]
- fermer à clef [algemeen, deur, gebouw, subject, transactie]
- séparer [afzonderen]
- isoler [afzonderen]
- se fermer [deur, subject]
NL DE German 12 translations
- abschalten (v) [kraan, elektriciteit]
- abstellen (v) [kraan]
- zudrehen (v) [kraan]
- absperren (v) [afzonderen]
- abschließen (v) [algemeen, gebouw, subject, transactie]
- schließen (v) [deur, subject]
- absondern (v) [afzonderen]
- erledigen (v) [subject]
- tätigen (v) [contract]
- zu einem Schluss bringen (v) [subject]
- verschließen (v) [algemeen, deur]
- unterzeichnen (v) [verzekering]
NL IT Italian 14 translations
- tagliare (v) [kraan, elektriciteit]
- chiudere (v) [algemeen, deur, elektriciteit, gebouw, kraan, subject, transactie]
- bloccare (v) [afzonderen]
- occludere (v) [deur, transactie, subject, gebouw, algemeen]
- ostruire (v) [algemeen, deur, gebouw, subject, transactie]
- concludere (v) [transactie, subject, contract, algemeen, gebouw]
- definire (v) [algemeen, gebouw, subject, transactie]
- sistemare (v) [algemeen, gebouw, subject, transactie]
- porre fine a (v) [subject, transactie, gebouw, algemeen]
- chiudere a chiave (v) [algemeen, deur, gebouw, subject, transactie]
- chiudere il passaggio (v) [afzonderen]
- chiudersi (v) [deur, subject]
- porre termine a (v) [deur, subject]
- sottoscrivere (v) [verzekering]
NL PT Portuguese 15 translations
- cortar (v) [kraan, elektriciteit]
- terminar (v) [deur, subject]
- tapar (v) [algemeen, deur, gebouw, subject, transactie]
- segurar (v) [verzekering]
- desligar (v) [elektriciteit, kraan]
- fechar (v) [algemeen, transactie, subject, gebouw, deur]
- concluir (v) [algemeen, contract, gebouw, subject, transactie]
- finalizar (v) [transactie, subject, algemeen, gebouw]
- obstruir (v) [algemeen, deur, gebouw, subject, transactie]
- selar (v) [algemeen, gebouw, subject, transactie]
- chegar a uma conclusão (v) [subject, transactie, gebouw, algemeen]
- trancar (v) [algemeen, deur, gebouw, subject, transactie]
- fechar à chave (v) [algemeen, gebouw, subject, transactie]
- separar (v) [afzonderen]
- isolar (v) [afzonderen]
NL SV Swedish 17 translations
- täppa till (v) [deur, algemeen, transactie, gebouw, subject]
- vrida av (v) [elektriciteit, kraan]
- skruva av (v) [elektriciteit, kraan]
- stänga av (v) [elektriciteit, kraan]
- sluta (v) [deur, subject]
- göra upp (v) [gebouw, transactie, subject, algemeen]
- avsluta (v) [algemeen, contract, deur, gebouw, subject, transactie]
- tillsluta (v) [transactie, subject, deur, algemeen, gebouw]
- slutföra (v) [algemeen, gebouw, subject, transactie]
- avgöra (v) [algemeen, gebouw, subject, transactie]
- låsa (v) [gebouw, transactie, subject, deur, algemeen]
- stänga till (v) [algemeen, gebouw, subject, transactie]
- utestänga (v) [afzonderen]
- isolera (v) [afzonderen]
- teckna (v) [verzekering]
- stängas (v) [deur, subject]
- stänga (v) [deur, subject]