Search term upset has 38 results
EN English NL Dutch
upset (v) [plan] in de war sturen (v) [plan]
upset beduusd
upset (v) [feelings] verontrusten (v) [feelings]
upset (v) [feelings] van zijn stuk brengen (v) [feelings]
upset (a) [feelings] getroffen (a) [feelings]
upset (adj n v) [angry, distressed, unhappy] geschokt (adj n v) [angry, distressed, unhappy]
upset (a) [feelings] geschokt (a) [feelings]
upset (a) [feelings] nijdig (a) [feelings]
upset (a) [feelings] verstoord (a) [feelings]
upset (a) [feelings] in de war (a) [feelings]
upset beteuterd
upset (v) [plan] in het honderd sturen (v) [plan]
upset (a) [feelings] ontredderd (a) [feelings]
upset (v) [liquid] omslaan (v) [liquid]
upset (a) [feelings] uit zijn humeur (a) [feelings]
upset (a) [feelings] korzelig (a) [feelings]
upset (v) [liquid] omgooien (v) [liquid]
upset (v) [liquid] omstoten (v) [liquid]
upset (adj n v) [angry, distressed, unhappy] ontdaan (adj n v) [angry, distressed, unhappy]
upset (v) [stomach] van streek maken (v) [stomach]
upset (v) [fear] angst aanjagen (v) [fear]
upset (v) [fear] bang maken (v) [fear]
upset (v) [fear] angstig maken (v) [fear]
upset (v) [fear] benauwen (v) [fear]
upset (v) [feelings] benauwen (v) [feelings]
upset (v) [stomach] ziek maken (v) [stomach]
upset (a) [feelings] boos (a) [feelings]
upset (a) [feelings] kwaad (a) {n} [feelings]
upset (a) [feelings] ontstemd (a) [feelings]
upset (v) [fear] beangstigen (v) [fear]
upset (a) [feelings] geërgerd (a) [feelings]
upset (a) [feelings] geïrriteerd (a) [feelings]
upset (adj n v) [angry, distressed, unhappy] overstuur (adj n v) [angry, distressed, unhappy]
upset (o) [confusion] overstuur (o) [confusion]
upset (adj n v) [angry, distressed, unhappy] van streek (adj n v) [angry, distressed, unhappy]
upset (o) [confusion] van streek (o) [confusion]
upset (a) [feelings] bedroefd (a) [feelings]
upset bedremmeld