voortdurend has 188 translations in 11 languages

translations of voortdurend

NL EN English 30 translations
NL ES Spanish 24 translations
  • continuo (a) [algemeen, aanhoudend, without break, cessation, or interruption in time, voorraad, continuïteit, blijvend, onafgebroken]
  • continuado (a) [aanhoudend, algemeen, blijvend, continuïteit, onafgebroken, voorraad]
  • persistente (a) [continuïteit, onafgebroken, blijvend, aanhoudend]
  • permanente (a) [aanhoudend, algemeen, blijvend, constant, continuïteit, onafgebroken, tijd, voorraad] {f}
  • perdurable (a) [aanhoudend, onafgebroken, blijvend, continuïteit]
  • duradero (a) [aanhoudend, blijvend, continuïteit, onafgebroken]
  • continuamente (o) [constant, onophoudelijk, tijd]
  • ininterrumpidamente (o) [constant, tijd, onophoudelijk]
  • sin cesar (o) [constant, onophoudelijk, tijd]
  • constantemente (o) [constant, onophoudelijk, tijd]
  • incesantemente (o) [tijd, constant, onophoudelijk]
  • constante (a) [continuïteit, voorraad, algemeen] {f}
  • ininterrumpido (a) [aanhoudend, algemeen, blijvend, continuïteit, onafgebroken, voorraad]
  • seguido (a) [blijvend, continuïteit]
  • incesante (a) [aanhoudend, voorraad, tijd, onafgebroken, continuïteit, constant, blijvend, algemeen]
  • implacable (o) [constant, tijd]
  • perpetuo (a) [onafgebroken, blijvend, aanhoudend, continuïteit]
  • regular (a) [algemeen, continuïteit, voorraad]
  • fijo (a) [algemeen, continuïteit, voorraad]
  • eterno (a) [aanhoudend, blijvend, continuïteit, onafgebroken]
  • sempiterno (a) [aanhoudend, onafgebroken, continuïteit, blijvend]
  • siempre (o) [constant, onophoudelijk]
  • todo el tiempo (o) [constant, onophoudelijk, tijd]
  • invariablemente (a) [algemeen, continuïteit, voorraad]
NL FR French 24 translations
  • continu [aanhoudend, blijvend, continuïteit, onafgebroken, without break, cessation, or interruption in time]
  • persistant [aanhoudend, algemeen, blijvend, constant, continuïteit, onafgebroken, tijd, voorraad]
  • d'affilée [aanhoudend, blijvend, continuïteit, onafgebroken]
  • durable [aanhoudend, blijvend, continuïteit, onafgebroken]
  • permanent [aanhoudend, blijvend, constant, continuïteit, onafgebroken, tijd]
  • stable [aanhoudend, blijvend, continuïteit, onafgebroken]
  • continuellement [constant, onophoudelijk, tijd]
  • sans cesse [aanhoudend, algemeen, blijvend, constant, continuïteit, onafgebroken, onophoudelijk, tijd, voorraad]
  • constamment [constant, onophoudelijk, tijd]
  • incessamment [constant, onophoudelijk, tijd]
  • sans interruption [constant, onophoudelijk, tijd]
  • continûment [constant, onophoudelijk, tijd]
  • ininterrompu [blijvend, constant, continuïteit, tijd]
  • incessant [aanhoudend, algemeen, blijvend, constant, continuïteit, onafgebroken, tijd, voorraad]
  • constant [aanhoudend, algemeen, blijvend, constant, continuïteit, onafgebroken, tijd, voorraad]
  • continuel [aanhoudend, algemeen, blijvend, continue, continuïteit, onafgebroken, voorraad, without break, cessation, or interruption in time]
  • sans fin [aanhoudend, blijvend, continuïteit, onafgebroken]
  • perpétuel [aanhoudend, algemeen, blijvend, continuïteit, onafgebroken, voorraad]
  • éternel [aanhoudend, blijvend, continuïteit, onafgebroken]
  • à jamais [constant, onophoudelijk, tijd]
  • régulier [algemeen, continuïteit, voorraad]
  • toujours [constant, onophoudelijk]
  • invariablement [algemeen, continuïteit, voorraad]
  • sempiternel (adj) [continue]
NL DE German 17 translations
NL IT Italian 27 translations
NL PT Portuguese 26 translations
  • contínuo (a) [aanhoudend, algemeen, blijvend, constant, continuïteit, onafgebroken, tijd, voorraad, without break, cessation, or interruption in time]
  • persistente (a) [aanhoudend, blijvend, constant, continuïteit, onafgebroken, tijd]
  • duradouro (a) [aanhoudend, blijvend, continuïteit, onafgebroken]
  • permanente (a) [aanhoudend, algemeen, blijvend, constant, continuïteit, onafgebroken, tijd, voorraad] {m}
  • durável (a) [aanhoudend, blijvend, continuïteit, onafgebroken]
  • continuadamente (o) [constant, onophoudelijk, tijd]
  • incessantemente (o) [constant, onophoudelijk, tijd]
  • constantemente (o) [constant, onophoudelijk, tijd]
  • ininterruptamente (o) [constant, onophoudelijk, tijd]
  • continuamente (o) [constant, onophoudelijk, tijd]
  • persistentemente (o) [constant, onophoudelijk, tijd]
  • toda hora (o) [constant, onophoudelijk, tijd]
  • ininterrupto (a) [aanhoudend, algemeen, blijvend, continuïteit, onafgebroken, voorraad]
  • irremitente (a) [blijvend, continuïteit]
  • constante (a) [aanhoudend, algemeen, blijvend, continuïteit, onafgebroken, voorraad] {f}
  • incessante (a) [aanhoudend, algemeen, blijvend, constant, continuïteit, onafgebroken, tijd, voorraad]
  • implacável (o) [constant, tijd]
  • interminável (a) [aanhoudend, blijvend, continuïteit, onafgebroken]
  • uniforme (a) [algemeen, continuïteit, voorraad] {m}
  • regular (a) [algemeen, continuïteit, voorraad]
  • infinito (a) [aanhoudend, blijvend, continuïteit, onafgebroken] {m}
  • eterno (a) [aanhoudend, blijvend, continuïteit, onafgebroken]
  • perpétuo (a) [aanhoudend, blijvend, continuïteit, onafgebroken]
  • sempre (o) [constant, onophoudelijk, tijd]
  • o tempo todo (o) [constant, onophoudelijk, tijd]
  • invariavelmente (a) [algemeen, continuïteit, voorraad]
NL SV Swedish 33 translations
  • fortsatt (a) [aanhoudend, blijvend, continuïteit, onafgebroken]
  • fortgående (a) [aanhoudend, blijvend, continuïteit, onafgebroken]
  • pågående (a) [aanhoudend, blijvend, continuïteit, onafgebroken]
  • kontinuerlig (a) [aanhoudend, blijvend, continuïteit, onafgebroken, without break, cessation, or interruption in time]
  • fortlöpande (a) [aanhoudend, blijvend, continuïteit, onafgebroken]
  • varaktig (a) [aanhoudend, blijvend, continuïteit, onafgebroken]
  • bestående (a) [aanhoudend, blijvend, continuïteit, onafgebroken]
  • permanent (a) [aanhoudend, blijvend, constant, continuïteit, onafgebroken, tijd]
  • ihållande (a) [aanhoudend, algemeen, blijvend, continuïteit, onafgebroken, voorraad]
  • kontinuerligt (o) [constant, onophoudelijk, tijd]
  • oavbrutet (o) [constant, onophoudelijk, tijd]
  • oupphörligt (o) [constant, onophoudelijk, tijd]
  • ändlöst (o) [constant, onophoudelijk, tijd]
  • oavlåtligt (o) [constant, onophoudelijk, tijd]
  • obevekligt (o) [constant, onophoudelijk, tijd]
  • ständigt (o) [constant, onophoudelijk, tijd]
  • stadigt (o) [constant, onophoudelijk, tijd]
  • konstant (a) [aanhoudend, algemeen, blijvend, constant, continuïteit, onafgebroken, onophoudelijk, tijd, voorraad]
  • alltid (o) [constant, onophoudelijk, tijd]
  • oavbruten (a) [aanhoudend, algemeen, blijvend, continuïteit, onafgebroken, voorraad]
  • obarmhärtig (o) [constant, tijd]
  • oupphörlig (a) [aanhoudend, algemeen, blijvend, continuïteit, onafgebroken, voorraad]
  • ändlös (a) [aanhoudend, blijvend, continuïteit, onafgebroken]
  • oändlig (a) [aanhoudend, blijvend, continuïteit, onafgebroken]
  • obegränsad (a) [aanhoudend, blijvend, continuïteit, onafgebroken]
  • ständig (a) [aanhoudend, algemeen, blijvend, constant, continuïteit, onafgebroken, tijd, voorraad]
  • idelig (a) [aanhoudend, algemeen, blijvend, continuïteit, onafgebroken, voorraad]
  • evig (a) [aanhoudend, blijvend, continuïteit, onafgebroken]
  • reguljär (a) [algemeen, continuïteit, voorraad]
  • regelbunden (a) [algemeen, continuïteit, voorraad]
  • jämt (o) [constant, onophoudelijk, tijd]
  • oföränderligt (a) [algemeen, continuïteit, voorraad]
  • regelmässig (a) [algemeen, continuïteit, voorraad]
NL CS Czech 2 translations
NL BG Bulgarian 2 translations
NL HU Hungarian 2 translations
  • folytonos (adj) [without break, cessation, or interruption in time] (adj adv n v)
  • folyamatos (adj) [without break, cessation, or interruption in time] (adj)
NL RU Russian 1 translation