NL Dutch dictionary: onweerlegbaar
onweerlegbaar has 81 translations in 7 languages
translations of onweerlegbaar
- undeniably [waarheid]
- unquestionably [waarheid]
- positive [bewijs]
- unanswerable [argument]
- indisputable [argument, bewijs]
- irrefutably [waarheid]
- indisputably [waarheid]
- incontestably [waarheid]
- unarguably [waarheid]
- unimpeachable [waarheid] (formal)
- irrefutable [argument]
- unarguable [argument]
- incontrovertible [bewijs] (formal)
- incontestable [argument]
NL ES Spanish 11 translations
- indiscutible (a) [bewijs, waarheid, argument]
- intachable (a) [argument, waarheid]
- incontestable (a) [argument, bewijs, waarheid]
- innegable (a) [argument, waarheid]
- incontrovertible (a) [bewijs]
- irrefutablemente (o) [waarheid, argument]
- indiscutiblemente (a) [argument, waarheid]
- sin ninguna duda (a) [argument, waarheid]
- irrecusable (a) [argument, waarheid]
- irrefutable (a) [argument, bewijs, waarheid]
- irrebatible (a) [argument, bewijs]
NL FR French 9 translations
- indiscutablement [waarheid, argument]
- incontestablement [argument, waarheid]
- indéniable [argument, waarheid]
- incontestable [argument, bewijs, waarheid]
- irréfutablement [argument, waarheid]
- indéniablement [argument, waarheid]
- inattaquable [argument, waarheid]
- irrécusable [argument, waarheid]
- irréfutable [argument, bewijs, waarheid]
NL DE German 8 translations
- unbestritten (a) [bewijs]
- unstrittig (o) [waarheid]
- unbestreitbar (a) [argument, waarheid]
- unleugbar (o) [waarheid]
- unumstritten (o) [waarheid]
- unwiderlegbar (a) [argument, bewijs, waarheid]
- unangreifbar (a) [waarheid]
- hieb- und stichfest (adj) [having no weak points or flaws]
NL IT Italian 14 translations
- irreprensibile (a) [waarheid, argument]
- incontestabile (a) [argument, bewijs, waarheid]
- inconfutabile (a) [bewijs]
- inconfutabilmente (o) [waarheid, argument]
- irrefutabilmente (a) [argument, waarheid]
- innegabilmente (a) [argument, waarheid]
- indiscutibilmente (o) [waarheid, argument]
- incontestabilmente (a) [argument, waarheid]
- inattaccabile (a) [argument, waarheid]
- inoppugnabile (a) [waarheid, bewijs, argument]
- irrecusabile (a) [argument, waarheid]
- innegabile (a) [argument, waarheid]
- incontrovertibile (a) [bewijs]
- irrefutabile (a) [argument, bewijs]
NL PT Portuguese 14 translations
- inquestionável (a) [bewijs, argument, waarheid]
- indiscutível (a) [bewijs]
- inegavelmente (a) [argument, waarheid]
- inquestionavelmente (a) [argument, waarheid]
- incontestavelmente (a) [argument, waarheid]
- incontestável (a) [argument, bewijs, waarheid]
- irrepreensível (o) [waarheid, argument]
- irreprochável (a) [argument, waarheid]
- irrefutavelmente (a) [argument, waarheid]
- irrefutável (a) [waarheid, bewijs, argument]
- irrebatível (a) [argument, bewijs, waarheid]
- inegável (a) [argument, waarheid]
- incontroversível (a) [bewijs]
- inexpugnável (adj) [having no weak points or flaws]
NL SV Swedish 11 translations
- bestämd (a) [bewijs, argument]
- säker (a) [argument, bewijs]
- obestridlig (a) [argument, bewijs, waarheid]
- oantastlig (a) [argument, waarheid]
- oomtvistlig (a) [argument, waarheid]
- odisputabel (a) [bewijs]
- oemotsäglig (o) [waarheid, bewijs, argument]
- ovedersäglig (a) [argument, bewijs, waarheid]
- ovederlägglig (a) [argument, waarheid]
- oangriplig (a) [argument, waarheid]
- oförneklig (a) [argument, waarheid]